Zuurdesembrood starter – how-to

Ok toegegeven, ik postte best een heleboel broodfoto’s de afgelopen tijd. Je kunt het een nieuwe hobby noemen, een bewuste keuze of gewoon een verslavend lekkere bezigheid: Desembrood bakken.

Op veler verzoek zet ik het hele proces in woord en beeld op mijn blog zodat je óók een nieuwe hobby kunt starten, kunt besparen op verpakkingsmateriaal én bakkerskosten en het wonder kunt gadeslaan van het van bijna niets, iets heel erg lekkers maken. Het is tevens een nieuwe routine, die je pas na een tijdje handig in je week weet te frommelen is mijn ervaring. Maar als deze eenmaal is ingesleten, gaat het gewoon tussen de was en de strijk (als je strijkt🙈), je weekplanning, een afleveringetje Game of Thrones en het schrijven van een magazine door. I swear. ✌️

Het begint allemaal met het maken van een zuurdesemstarter, of met een gekregen starter. Maar in case je het zelf wilt maken; wat heb je NODIG:

  • een weckpot/ flinke glazen pot van ongeveer 500 ml
  • 100 gram roggemeel
  • 120 gram warm water
  • een katoenen lapje + touwtje/elastiekje waarmee je de pot ademend af kunt sluiten

Dag 1: In de weckpot mix je het roggemeel en het warme water (en dat mag best lekker warm zijn, maar je moet je handen er niet aan branden). Tot dat je geen droog meel meer ziet. Sluit de opening af met een katoenen lapje met een elastiek/touwtje erom. Zet het potje op een warme plek in je keuken. Als je de pot in het zonnetje voor het raam zet, vergeet dan niet om hem s avonds te verplaatsen zodat de kou die van het raam komt geen vat op hem krijgt. Laat de startende starter daar 24 uur staan.

Dag 2: Schep de bovenste laag van het mengsel af (ongeveer ⅓ van het hele mengsel), en toss het in de gft-emmer. Voeg dan het volgende aan het overgebleven mengsel in de weckpot toe:

  • 100 gram patent bloem of tarwebloem
  • 75 gram warm water (zelfde temperatuur als gisteren ;-))

Roer en meng het totdat je geen droog bloem meer ziet. En zet de pot afgedekt met een katoenen lapje weer op een lekker warme plek in huis voor de komende 24 uur.

Dag 3: Op dag 3 zou je eigenlijk al kleine tekenen van fermentatie moeten kunnen zien in je starter. Kleine belletjes bovenop of zichtbaar door het glas van de pot zijn tekenen dat je wat wilde gist hebt weten te vangen in je potje en dat het goed gaat met je beest in wording. Geef je beestje wat te eten, dit doe je door net als op dag 2 de bovenste laag van het mengsel af te scheppen (ongeveer ⅓ van het hele mengsel), gooi het in de gft-emmer. Voeg dan het volgende aan het overgebleven mengsel in de weckpot toe:

  • 100 gram patent bloem of tarwebloem
  • 75 gram warm water (zelfde temperatuur als gisteren ;-))

Roer en meng het totdat je geen droog bloem meer ziet. En zet de pot afgedekt met een katoenen lapje weer op een lekker warme plek in huis voor de komende 24 uur.

Dag 4: Deze morgen moet je echt bubbels en bellen in je starter mengsel gaan zien. Schep voor deze voeding ongeveer de helft van de bovenste laag van het mengsel af, toss het weer in de gft-emmer. En voeg dan het volgende aan het overgebleven mengsel in de weckpot toe:

  • 100 gram patent bloem of tarwebloem
  • 75 gram warm water (zelfde temperatuur als gisteren ;-))
  • Je kunt een snufje roggemeel toevoegen aan de tarwe bloem om je beest nog een beetje opgang te helpen.

Bewaar je starter wederom op zijn warme plekje en houd hem in de gaten. Een zuurdesem starter zal na een paar uur beginnen te rijzen in zijn pot. Volledige fermentatie duurt ongeveer 8 uur, afhankelijk van hoe warm het in je keuken is. Zodra je ziet dat de starter heeft gerezen en weer instort heb je maximale fermentatie bereikt. Als dit op dag 4 gebeurt is het handig om je starter dan die avond nogmaals te voeden zoals op de voorgaande dagen. Dit betekent dat je starter gefermenteerd is, leeft en klaar is om te gebruiken!!!!

‘the beast’

Mocht je starter nou niet bubbelen met activiteit op dag 4, maar je ziet wel wat belletjes, hij ruikt wel een beetje zurig, herhaal dan het voeden en laat het weer 24 uur op zijn warme plek staan.

Als je starter nooit bubbelt; please try again! Je kunt dan een warmere plek opzoeken om de pot te bewaren en gefilterd water of een versere roggemeel proberen.

Om je beest voor altijd in leven te houden:

VOED HEM >> Schenk onderveer ⅓ cup van de starter in het gft-afval en voer hem met 50 gram bloem en 50 ml warm water. Meng goed tot je geen droog bloem meer ziet en sluit de pot af met een ademend katoenen lapje. Op je aanrecht (bij kamertemperatuur) moet je je starter 1x per dag voeden. Ik doe dit in de morgen, nadat ik C’s lunchbox voor school heb gevuld. Op hele hete zomerdagen moet je hem zelfs 2 maal daags voeden om in optimale conditie te blijven.

Je kunt de fermentatie ook vertragen door je starter in de koelkast te bewaren. Bijvoorbeeld als je 1 keer in de week bakt. Je hoeft hem zolang hij in de koelkast staat maar 1x per week te voeden. Schenk dan net als anders onderveer ⅓ van de starter in het gft-afval en voer hem met 50 gram bloem en 50 ml warm (!) water. Meng goed tot je geen droog bloem meer ziet maar sluit de pot nu af met een deksel zodat er geen lucht in of uit kan. Als je wilt bakken moet je je starter 1 of 2 dagen voor je het deeg gaat maken uit de koelkast halen en op kamertemperatuur laten komen. Je voedt hem dan conform de kamertemperatuur-normen zoals ik hierboven beschreef en dekt hem af met een katoenen lapje.

Omdat je tijdens het voeden van de starter altijd een deel van de starter uit de pot neemt kun je dit -wanneer je starter goed opgang is- natuurlijk i.p.v. aan de gft-emmer ook aan een nieuw potje toevertrouwen. Genoeg mensen die je er blij mee kunt maken; zij kunnen meteen beginnen met bakken! 😉

De ‘in en uit de koelkast voor het bakken routine’ beschrijf ik in de volgende post waarin ik het recept van mijn desembrood ook deel. Dus voor nu: start je starter en stay tuned! 😉

Advertisement